Inleiding
Op 2 februari 1952 gaf pastoor Van de Pavert een boekje uit (onder) om geld binnen te krijgen voor nieuwe gebrandschilderde ramen van het middenschip, sacristie en doopkapel.
Hij begint zijn promotieverhaal met een verwijzing naar het boekje Ter Blijvende Gedachtenis van de bouwpastoor H.H. Kanne, 60 jaar eerder uitgegeven.
Pastoor van de Pavert werd beroemd om zijn Buismanbusjes-actie en de bijbehorende leuzen.
GS – gebrande suiker – werd door hem hertaald tot Geeft Spontaan, Geef Scheutig etc..
Pater Verwoerd (in het raam links) gaf adviezen met betrekking tot de onderwerpen van de ramen.
Glazenier Louis Manche (in het raam rechts op de rug) was de uitvoerende kunstenaar.
Op de dag dat pastoor Van de Pavert 70 jaar werd – 12 november 1952 – werd
het eerste raam onthuld “Het Penningske van de Weduwe” (drie detailfoto’s uit dit raam ziet u hier).
Daarom wordt hij in het raam Pastor Septuagenarius genoemd: de zeventigjarige.
Het boekje uit 1952
In het boekje wordt in het schema van de ramen gewag gemaakt van vier ramen die er niet zijn gekomen.
De ramen in het transept “De Bergrede” en “Het Laatste Oordeel” zijn er nooit gekomen.
Pas bij de restauratie van 1994-1998 werden de huidige decoratieve ramen aangebracht.
De ramen “Het mosterdzaadje” (boven uitgang kerkhof) en “De Wijnstok en de Ranken” (boven Devotie/Mariakapel)
kregen uiteindelijk de onderwerpen “In Paradisum” en “Maria Tenhemelopneming”.