Rijksmonument
Het rijksmonument met het neogotische kerkgebouw en bijbehorende pastorie van de architect A. Tepe dateert uit 1876. Het monument bepaalt het dorpsgezicht van verre en vormt een sfeerbepalend ijkpunt op het Driehuisplein. Het is de plaats waar Molenland, Bozenhoven en Herenweg elkaar ontmoeten op de grens van de woonkernen Mijdrecht en Wilnis. Dit monumenten-ensemble werd rijksmonument op 10 jan 1976
Waarom zijn kerk en pastorie Rijksmonument?
(Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
De kerk
H. Johannes de Doper, 1875-1876, A.Tepe.
Driebeukige neogotische pseudobasiliek, geinspireerd op de Westfaalse en Nederrijnse “Stufenhalle“.
Toren zonder steunberen in Nederrijns- gotische trant met nissenversiering en veelhoekige traptoren.
Rijke behandeling van de zuidgevel der kerk, door een uitgebouwde kapel en een achthoekige traptoren naast de transeptgevel, alle versierd met nissen en baksteentraceringen.
De pastorie
In 1882 bij de R.K. Kerk H. Johannes de Doper (1875-’76, A. Tepe; reeds beschermd, Herenweg 302, Wilnis) in neo-Renaissance-trant gebouwde pastorie, door middel van een tussenlid met de kerk verbonden. De pastorie is op T-vormige grondslag opgetrokken in baksteen. Alle gevels zijn voorzien van zesruitsschuifvensters met rondboognissen, gevuld met siermetselwerk, en van sierankers, tandfriezen en gemetselde ruitvormige motieven. Het twee bouwlagen en een kapverdieping tellende voorhuis is gebouwd onder dwars leien zadeldak tussen trapgevels met ezelsrugafdekkingen en in de toppen een spitsboogvormige boognis.
De voorgevel bevat een midden risaliet, dat de hoofdingang met stoep bevat en door een soortgelijke trapgevel wordt bekroond. De achterbouw telt een bouwlaag en een kapverdieping onder een hoog, leien wolfdak met dakkapellen. Karakteristieke laat-19e-eeuwse pastorie met kenmerkende neo-Renaissance-stijl, vermengd met enkele spitsboogvormen, van belang als onderdeel bij de neogotische kerk H. Johannes de Doper.
Onderhoud en restauratie
Aangezien de kerk en de pastorie zijn aangemerkt als Rijksmonument heeft de overheid een bepalende rol waar het gaat om restauratie en onderhoud. De provinciale monumentenwacht controleert bijvoorbeeld jaarlijks de status van het monument en adviseert over de wijze van onderhoud en restauratie. De overheid betaalt een groot deel van de kosten hiervan. De lokale geloofsgemeenschap echter dient de resterende kosten voor haar rekening te nemen.
Bij de meeste kerken in Nederland is zoals bekend sprake van een afnemend financieel draagvlak en een minder gebruik van kerkgebouwen.
Onze stichting wil graag een cruciale rol van betekenis spelen door:
- het werven van gelden voor behoud van deze monumentale, beeldbepalende en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen;
- zich in te zetten voor een bredere benutting van de gebouwen voor de plaatselijke en regionale gemeenschap.