Doopvont (1887), Edelsmidse Brom – geelkoper en marmer, hoogte 298cm.
Vierkant voetstuk met twee trappen, waarop een achthoekige zuil met waterbekken.
Achthoekig geelkoperen deksel, hangend aan een zwenkarm (op foto onder bij doopkapel), waarmee het zware deksel opzij gedraaid kan worden. Op de onderste rand staat de tekst (moeilijk te zien):
ME DEDERUNT PARVULI MIJDRECHT ET WILNIS ELEEMOSYNIS AD PRESEP DOMINI PER LUSTRUM OBLATIS PASTORE H.H. KANNE ANNO DMI 1887
“Ik ben geschonken door de kinderen van Mijdrecht en Wilnis met hun gaven gedurende vijf jaar geofferd bij de kribbe van de Heer – onder het pastoraat van H.H. Kanne in het jaar onzes Heren 1887”.
Opmerking: De kinderen hadden maar liefs duizend gulden bijeen gespaard, een immens bedrag voor die tijd.
Op de rand boven voorgaande tekst (ook moeilijk te zien):
CREDO IN UNUM DEUM ET UNAM SANCTAM CATOLICAM APOSTOLICAM
Ik geloof in één god en één, heilige, katholieke en apostolische kerk.
Aan de onderkant van het deksel: dakkapellen met pinakels (hogels) en Franse lelies.
NB. De H. Kruisverheffingskerk van Raalte (O) heeft een vrijwel identiek doopvont (1892) (in dit filmpje komt het doopvont aan de orde op tijdstip 4:15 min).
Bovenop het deksel een tempeltje (aedicula) met steunberen en tandlijsten, waarin een beeldje van Johannes de Doper.
Detail van het beeldje van Johannes de Doper. Let op het schild dat hij in zijn linkerhand heeft. Hij wijst met zijn rechterwijsvinger naar de afbeelding op het schild, het Lam Gods. Waarom Johannes de Doper vaak wordt afgebeeld met het Lam Gods wordt toegelicht bij het beeld voorin de kerk.
Doopkapel
De veelhoekige doopkapel is een uitbouw aan de westkant van de kerk, links naast de toren.
Centraal in de doopkapel staat het doopvont. Op de foto is de zwenkarm goed te zien. Hiermee kan de kap opzij worden gedraaid.
De muren rondom hebben een tegelwand met het originele eind-19e eeuwse decoratieve tegelwerk.
Boven de ramen van Lou Manche uit 1955
In de bovenrand van het tegelwerk staat het eerste deel van vers Marcus 16,16:
QUI CREDIDERIT ET BANTIZATUS FUERIT SALVOS ERIT
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered.
In de randversiering komt de slang voor met een appel in de bek. De slang die, in het paradijs, Eva verleidde om van de appel te eten. Volgens de leer bracht het de erfzonde in de wereld, waar ieder mens mee wordt belast. Door de doop wordt deze afgewassen.
Een fraai bloemachtig motief is verdeeld over
2 x 3 tegels.
In de nis van de doopkapel staan de namen van de pastoors vermeld, die in deze kerk hebben gediend. Pastoor Kanne was de bouwpastoor.
Dit naambord is bij de restauratie van 1998 aangebracht.
De vier ramen van de doopkapel worden afzonderlijk beschreven. In de ramen worden de Twaalf Artikelen van het Geloof uitgebeeld. Onderaan, over drie ramen verdeeld, de tekst uit 1 Corinte 6:11.