Preekstoel (1880) Friedrich Wilhelm Mengelberg (1837 – 1919), Duits-Nederlandse beeldhouwer
Foto 15 augustus 1947, kerk is versierd ter gelegenheid van 40- jarig priesterschap pastoor Van de Pavert.
Goed zichtbaar is het schrijnwerk van de aankondiging door de engel aan Zacharias
dat zijn vrouw Elisabet zwanger is geworden.
In 1969/1970 kwam de preekstoel in bezit van de Onze Lieve Vrouwekerk van Apeldoorn.
De twee helften van de preekstoelkuip worden nu gebruikt als twee tafels en delen van de trap zijn daar ook bewaard gebleven (zie onder).
De vier reliëfs/schrijnwerken zijn gelukkig bewaard gebleven voor onze kerk. Ze hangen aan de muur van het linker transept.
Pastoor Kanne schreef in 1880:
“De kostbare preekstoel, een van de schoonste, die in de later tijden zijn vervaardigd.”
De preekstoel is een geschenk van G. Ekelschot op 24 juni 1880, de feestdag van de Geboorte van Johannes de Doper.
De waarde was destijds fl. 3000,00.
De preekstoel in functie; pastoor Van de Pavert preekt hier op zijn 40- jarig priesterjubileumfeest op 15 augustus 1947.
Onder een montagefoto met dezelfde scéne als op de historische foto. Zie voor uitleg hierna.
De preekstoelkuip in Apeldoorn
U kunt op elke foto klikken om een vergroting te zien.
Een montage (rechts) van een foto van de preekstoelkuip in Apeldoorn (links) met een foto van één van de reliëfs in Mijdrecht-Wilnis geeft goed weer hoe het ooit was.Het is de scene van Herodes en Johannes de Doper.
Johannes vermaant hem omdat hij niet met de vrouw van zijn broer kan trouwen.
Op de foto links is door het kleurverschil goed te zien waar het reliëf ooit bevestigd was, zelfs na zoveel jaren.
Nu zijn op de kuip eigentijdse houtsnijwerken opgehangen. Links de mens/engel, het symbool voor de evangelist Matteüs. Rechts de stier, het symbool voor de evangelist Lucas.
Delen van de trap ook bewaard in Apeldoorn
Een woord van waardering
Vanaf 1969 is het vooral aan de heer Ben Pol – koster/beheerder van de Onze Lieve Vrouwekerk in Apeldoorn – te danken dat het erfgoed zo goed bewaard is gebleven. De cultuur-historische waardering voor 19e eeuws erfgoed was er in de jaren 60 van de vorige eeuw eigenlijk niet. Hij zag het wél en bleef sindsdien de trouwe beheerder van ‘ons’ erfgoed te weten; de Piëta, Maria- en H. Hartaltaar (delen), het Triomfkruis en delen van de preekstoel.