De in neogotische stijl gebouwde kerk heeft van boven af gezien de vorm van een kruis, en is geïnspireerd op de Westfaalse Stufenhalle. Het schip van de kerk, het transept en het koor hebben een zadel– of schilddak, die gedekt zijn met leien.
Grondplan – kruisvorm
Het koor van de kerk is de top van het kruis, en eindigt in een vijfhoekige apsis (uitbouw).
Het transept vormt de horizontale kruisbalk.
Het middenschip vormt de staande kruisbalk.
De zijbeuken en het middenschip samen vormen het schip van de kerk
.
Hetzelfde plaatje als de lijntekening hier boven maar nu van Google Earth.
De kruisvorm van de kerk komt hier heel goed uit. Mede omdat het dak van het schip en het transept even hoog zijn.
De daken van de zijbeuken en de dwarsbeuk zijn even hoog maar lager dan het dak van het middenschip.
De daken van de zijbeuken hebben op de kopse kanten een schuin dak. Vaklui noemen een dergelijk dak: een schilddak.
Het dak van de dwarsbeuk wordt aan beide zijden door een gevel afgesloten.
Deze (ondiepe) dwarsbeuk, halverwege het middenschip, is bijzonder in het oeuvre van architect Tepe. Door dit architectonisch element waren twee extra kerkportalen mogelijk. Een voor de uitgang naar het kerkhof (links) en een voor de oorspronkelijke ingang voor de Wilnissers (rechts). Deze laatste werd in 1939 dichtgemetseld ten behoeve van de Mariakapel.
Op de tekening is goed te zien dat de kerk van het type hallenkerk is. Kenmerkend voor deze stijl is dat de gewelven van de zijbeuken en middenschip ongeveer even hoog zijn. en dat de zijbeuken een eigen schild- of zadeldak hebben. In Westfalen, Duitsland komt dit type kerken veel voor.