Pater C. Verwoerd (afkomstig uit Wilnis) was betrokken bij het thema en de keuze van de onderwerpen van de nieuwe ramen die begin jaren 50 van de vorige eeuw die  door glazenier Lou Manche zijn gemaakt.
Hier volgen de pagina’s (165-169) uit zijn boekje “Kerkgeschiedenis van de parochie Sint Jan de Doper” (1976) met zijn eigen toelichting en verhaal.. :

Nieuwe gebrandschilderde ramen

Het oog van de meester maakt het paard vet, zegt het spreekwoord. Pastoor van de Pavert had ook opgemerkt dat de glas-in-loodramen van het kerkschip herstel nodig hadden. Het was tot nu toe gewoon mat- of kathedraalglas geweest. Zou het niet mooier zijn als daar dan ook afbeeldingen in kwamen? Het moet omstreeks augustus 1950 zijn geweest dat de pastoor mij zijn plannen meedeelde, en vroeg of ik misschien een kunstschilder kende. Ik noemde hem de Heer Lou Manche, van Nijmegen. Dat was het begin. We dachten eerst aan het leven van de kerkpatroon, St Jan de Doper, en Manche zou enige schetsen maken. Drie voorstellingen in kleur werden weldra ontvangen, en toen op 10 december 1950 bijna alle priesterzonen van de parochie aanwezig waren om het lOjarig bestaan en tevens de voltooiing van de devotiekapel van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand mee te vieren, kregen we die schetsen te zien. Allen vonden ze mooi. Toch is men van dit eerste plan afgestapt; er stonden al meerdere afbeeldingen van St Jan in de kerk, en men wilde zoveel mogelijk duplicaten vermijden.

Priesterramen


We zouden dan van wal steken met eerst een proef te nemen in de sacristie1: daar waren vier kleinere ramen en dan nog twee heel kleine. Drie zouden gewijd worden aan de priester, drie voorbeelden:

de Heilige (toen nog Zalige) Pius X, de Paus van de H.Eucharistie, van de Gregoriaanse zang, en een priesterideaal;

en dan nog twee patroons van de priesters:

de H.Pastoor van Ars(belijder) en

de H.Leonardus Veghel(Martelaar van Gorcum).

Deze drie kwamen boven de credenstafel.

Terzijde: een even groot raampje (links) als de vorige, gaf een model voor de koster: De Z. Herman Jozef, een Norbertijn die ook koster was en tevens patroon van pastoor Hermanus Kanne. De bedoeling was dat zijn gezicht zou lijken op dat van genoemde pastoor, maar dat is niet helemaal gelukt. Ook de kerk, door pastoor Kanne gebouwd, is er op afgebeeld.

Dan bleven er nog de twee kleine raampjes voor de misdienaars: de Kleine Samuel in de tempel, en de H.Tarcisius.

 

Deze opdracht werd gegeven 25 juni 1951.

 

 

Apsisramen, H. Geuer (1878) – Over het leven van Jezus.

Nieuw voorstel voor het schip

In het priesterkoor (apsis) was ‘het leven van Jezus afgebeeld (foto). Daar zou heel goed bij aanpassen de leer van Jezus en wel bijzonder in zijn parabels. Over dit plan is heel, heel veel gesproken, is oordeel gevraagd, ook van kunstkenners als Pastoor Rientjes van Maarssen, van Dr Ramselaar, van oud-kapelaans Bongers, Schopman, van Pater Kouw, Jan en Gerard Bots, e.a. Men is niet over ijs van één nacht gegaan, en het resultaat is er destebeter om geworden.

De spaarbusjes – 23 september 1951 begon de actie net de spaarbusjes. De pastoor had uitgerekend hoeveel het hem zou kosten om ieder huisgezin van een spaarbusje te voorzien. Hij schrok er van: f 200,- asjeblief! Hij vroeg toen aan de kinderen op school om van thuis enige gebruikte G.S.-busjes mee te brengen, brengers en brengstertjes zouden daarvoor een lolly krijgen.2 In de kortste tijd waren de busjes bijeen; er werd een gleufje in geslagen en … dat was fl. 200,- uitgespaard. Op de preekstoel legde hij zijn plan verder uiteen: in ieder gezin een busje, voor de nieuwe kerkramen, ’n busje waarop de letters G.S. staan: d.i. Geeft Snel, Geeft Spontaan, Geeft Slordig, Geest Scheutig. In kleinere letters stond er onder ook nog op: Bij kleine hoeveelheid. Ja, telkens een dubbeltje, maar … doet het dikwijls!” — De goede snaar was getroffen, het sloeg in.

Op de reeds genoemde 23 september kwam ook het eerste raam in de kerk, achterin, naast de toren, en het was, niet zonder reden: het Penninkske van de weduwe. Dit uit dankbaarheid jegens zovelen die juist door hun geregelde kleine bijdragen de verwezenlijking van het grootse plan mogelijk zouden maken. Het zien van dat eerste raam werkte aanstekekelijk, want het viel in de smaak.

Het geheel.

Omstreeks 1954 was het gehele schip ten einde. Het zag er uit als volgt:

EVANGELIEKANT (=links):

I. De twee wegen.

II. De zaaier.

III.Uitgang naar het kerkhof:

          Opgang v. d. ziel naar hemel.

IV. De talenten.

V. Bidt in uw binnenkamer.

EPISTELKANT:

XI. De verloren zoon.

X. De rijke jongeling.

IX. Kapel: Maria, Hemelvaart.

VIII.De wijze en dwaze maagden.

VII. De barmhartige Samaritaan.

VI. Het penninkske van de weduwe.

Ten slotte kwam ook nog de Doopkapel aan de beurt. Na wikken en wegen is men daar gekomen tot de uitbeelding van de Twaalf artikelen des Geloofs, waarboven de 12 apostelen, en er onder de tekst van St Paulus: “Gy zijt rein gewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.” (l Kor, 6, 11.).

De platenbijbel van de kinderen Gods, zou men kunnen zeggen.

Dat is het ook, en de parochie Mijdrecht-Wilnis blijft er fier op gaan dat haar kerk daarmee gesierd is.

Samenhang;

Voor wie nog eens duidelijk de samenhang van de

verschillende voorstellingen zou wensen, het volgende:

I.    Iedere mens in deze wereld staat voortdurend op een tweesprong waar hij kiezen moet. Christus heeft gezegd; “Gaat binnen door de enge poort, want wijd is de poort en breed is de weg die ten verderve leidt.- Hoe eng is de poort en smal de weg die ten leven voert.” (Matth. VII. 13).

II. Omtrent die enge poort en die smalle weg wordt de mens ingelicht door het Woord Gods, de Openbaring, en deze is een zaad, dat om te gedijen moet worden opgenomen in goede aarde, niet op de weg vallen, noch op de rots, noch tussen doornen. (Matth. XIII, 3).

III. Deze staat buiten de parabelserie (boven de kerkhof uitgang): Engelen geleiden de ziel ten hemel.

IV. ledere mens krijgt genadegaven, de een meer de ander minder, ieder volgens Gods welbehagen, maar toch ieder krijgt genoeg. Daarmee moet hij woekeren, het dubbele opbrengen. De Keer zal er rekenschap van vragen. (Matth.XXV, 14).

V. Wanneer het Rijk Gods in onze ziel is gekomen door ’t zaad van het Woord Gods, moet de christen het onderhouden en doen groeien, in zichzelf en in anderen.

Middelen zijn:

a) Het gebed. “Men moet altijd bidden.” – Als ge bidt, ga dan in uw binnenkamer … en bidt tot uw Vader, die in ’t verborgen ziet. (Matth. VI, 6.): Fariseër en tollenaar.

VI.  b) Liefde beoefenen jegens God en de medemens.

  1) De aalmoes voor de tempel, met zuivere bedoeling. ’t Penninkske der weduwe.(Luc. XXI, l).

VII.     2) met zijn gehele persoon, zelfs jegens zijn vijand: De barmhartige Samaritaan.(Luc.X, 30).

VIII. Wij zijn op weg naar ’t hemels Rijk Gods, waar de Meester zijn. eeuwig bruiloftsfeest viert. De bruidegom komt onverwacht. Dus: “Weest waakzaam en altijd bereid”: De wijze en dwaze maagden.(Matth. XXV, l).

IX. Buiten de serie van de parabels. – Naar aanleiding van de Dogmaverklaring van Maria’s Opneming ten Hemel.(1954).

X.  Sommige mensen roept Christus tot een nog volmaakter leven: het beoefenen der Evangelische Raden, niet verplicht, maar vrijwillig, om het goede zaad, zo mogelijk, ’t honderdvoudige te doen opbrengen, – De rijke jongeling. (Luc.XVIII, 18).

XI.   Slot: ’t kan gebeuren dat iemand toch de brede weg inslaat en dan, teleurgesteld zijn ellende gaat inzien. Hij bedenke dat er dan een goede Vader is, die hem al opwacht en weer met liefde wil ontvangen. — De verloren zoon.(Luc. XV, 11).

1 (HB) Ruimte waar liturgische gewaden en -vaatwerk wordt bewaard. Kleedruimte voor priesters en misdienaars. Bij dit alles assisteert de koster. De rol van deze personen was het uitgangspunt van de onderwerpen in de ramen.

2 (HB) Andere bronnen melden echter dat een parochiaan de firma Buisman te Zwartsluis om 300 busjes heeft gevraagd. Het bedrijf vond deze toepassing van de busjes zo’n goed idee, dat zij nadien zelf spaarbusjes op de markt brachten.

Verantwoording bij de digitalisatie (juni 2020, Henk Butink)

Dit is een zo getrouw mogelijke digitalisatie van het originele boekje, lettertype, originele spelling en zijn gebruik van interpunctie. De opmaak is aangepast t.b.v de leesbaarheid. Als illustratie zijn de foto’s (HB) toegevoegd..